Ketting-(halve)-stokjes-basis
Zoals je een ketting-vasten-basis maakt, kun je dit ook doen met je andere soorten steken. Dit zorgt voor een soepele opzet waarbij de opzetketting en de 1e toer (halve) stokjes gecombineerd worden.
Begin met 3 lossen,
Steek de naald in de opzet-losse op het hobbeltje aan de onderkant, dus niet onder de v of 1 van de lusjes van de v.
1. Sla de draad om de naald
2. Haal een lus op. Dit is de kettingsteek (3 draadjes op de naald).
3. Haal nu een lus op door de laatst gemaakte lus. Dit is normaal je eerste lus voor een stokje (3 draadjes op de naald)
4. Pak de voorlaatst gemaakte lus met 2 vingers vast.
5. Haal nu 2x de draad door 2 lusjes op de naald of in 1x door alle 3 als je een half stokje maakt (1 lus om de naald)
6. Je steek is klaar.
7. Draai nu je werk zodanig dat het lusje wat je met 2 vingers pakte boven komt te liggen. Dit ziet eruit als de bovenkant van een normale steek.
8. Sla de draad om de naal en steek de haaknaald van rechts naar links onder beide lusje door en haal een lus op. Dit is weer je nieuwe kettingsteek = punt 1. Ga nu weer verder met punt 2.
Herhaal deze 8 stappen tot je voldoende steken hebt.
Makkelijk tellen
Omdat het heel makkelijk is te vergeten of je nou je kettingbasis al hebt gemaakt of dat je al bezig bent met de steek, tel ik tijdens het maken de doorhalen:
Voor halve stokjes:
ketting, 1, steeknummer;
oftewel: ketting, 1,1; ketting,1,2; ketting,1,3; ketting,1,4; enz…
Voor hele stokjes:
ketting, 1, 2, steeknummer;
oftewel: ketting, 1,2,1; ketting,1,2,2; ketting,1,2,3; ketting,1,2,4; enz…